Tijdens een training van Raad op Maat “coachend werken in de zorg voor
mensen met een verstandelijke beperking” deden we de oefening:
‘Denk eens aan iemand die je iets hebt zien doen of zien leren waarvan
diegene zelf, jij of anderen van tevoren dachten dat dat eigenlijk onmogelijk
zou zijn. Zo van “Dat krijgt diegene nooit voor elkaar.”
Er kwam een mooi voorbeeld naar voren:
Een jonge vrouw met een verstandelijke beperking maakt
gebruik van de dagbesteding in de stad. Wordt daarvoor al jaren met het busje
gehaald en gebracht. Door veranderingen in de zorg is het vervoer niet meer
mogelijk. Vreselijk voor de vrouw, ze zal niet meer naar de dagbesteding kunnen
of ze moet zelf met het OV. Maar dat gaat niet, dat kan ze niet.
De vrouw zelf, de woonbegeleiding van de vrouw, de begeleiding
op het dagcentrum en de familie zijn ervan overtuigd dat zelfstandig reizen
eigenlijk onhaalbaar voor haar zal zijn. Zelf ziet ze er erg tegen op. Maar
omdat het belang heel groot is om toch naar dagbesteding te kunnen, gaan ze het
proberen om het te leren.
Van niet naar nog niet
Iedereen moet als het ware de knop omzetten. “Dit kan ik niet” wordt “dit
kan ik nog niet”. “Dat kan ze niet” wordt “Dat kan ze nog niet”.
“Dat kan ze nooit” wordt “Dat kan ze tot nog toe niet”
De vrouw, familie en begeleiders maken de omslag van “Niet”
naar “Nog niet”. Van statisch denken naar groei denken. Van de fixed
mind-set naar de groei mind-set. Ze gaan
het proberen, oefenen, stap voor stap. Met geweldig resultaat!
Na lange tijd kan de vrouw zelfstandig met de tram door de
stad naar het dagcentrum reizen. Wie had
dat nou verwacht? Ze heeft het geleerd en kan nu zelf met het OV naar haar
werk. Tegen de verwachting in. Als het
nu maar goed blijft gaan, wat als het een keer mis gaat? En het gaat een keer
mis. Op een gegeven keer stapt ze een halte te laat uit. Personeel was er erg
bevreesd voor dat er dan paniek zou uitbreken wat grote gevolgen zou hebben.
Zou ze gaan dwalen, ongelukken maken in het verkeer etc. ?
Wat bleek, de vrouw kwam erachter dat ze te ver was gereisd,
stapte uit, stak de weg over en wachtte aan de overkant op de eerstvolgende
tram waarmee ze één halte terugreed. Er brak geen paniek uit, ze was wel iets
later op de activiteitenplek, dat was al. Dit had niemand verwacht. Het zelf
reizen was goed gelukt.
Een paar vragen aan de begeleidster:
Hoe lukte het de knop
om te zetten van fixed naar groei?
“Het belangrijkste was dat iedereen ervan doordrongen was
dat het zo belangrijk voor haar was. Het centrum vervulde een heel belangrijke
rol in haar leven. De vrouw zelf vond het erg leuk om daar te zijn, maar ook de
familie en begeleiding waren ervan overtuigd dat dat niet verloren mocht raken.
Iedereen was dus erg gemotiveerd, het was belangrijk, ze wilden het echt.”
“Wat ook hielp was dat de vrouw, familie en begeleiders
elkaar hielpen om de knop om te zetten. “Stel dat het lukt, dat zou toch
fantastisch zijn” Een positieve verwachting scheppen.”
Hoe gingen jullie dit
aanpakken?
- Heel veel oefenen in de praktijk. Samen naar de tramhalte lopen, samen met de tram reizen. Keer op keer. Vaak herhalen.
- Het was belangrijk om telkens een klein doel te hebben. Bv zonder hulp de tramhalte vinden.
- In kleine stapjes op delen.
- Vooral niet opgeven, als het een keer minder goed ging toch door gaan. Over de tegenslag heen stappen.
- Succesjes vieren, daar een feestje van maken.
- Slim oefenen, juist dat oefenen wat nog moeilijk is maar al bijna gaat.
Hoe heeft ze het
volgehouden en hoe hebben jullie het als helpers volgehouden?
“Eigenlijk samen, vooral ook de vader van de vrouw heeft
heel veel tijd erin gestopt. Anders was het nooit gelukt. Maar omdat ze
vorderingen maakte kreeg ze er ook plezier in. Op een gegeven moment hadden we
het gevoel dat het sowieso geslaagd zou zijn ook al zou ze het einddoel niet
halen. Ze kreeg er plezier in. Maar ze haalde het einddoel wel!”
Wat hebben jullie als
helpers hiervan geleerd?
-
Heel veel, vooral dat je nooit van tevoren kunt
zeggen of iemand iets kan leren of niet. Als je denkt dat het niet lukt wil dat
niet zeggen dat het toch niet zou kunnen.
-
Dat ik dus heel voorzichtig moet zijn om te
denken dat iets niet kan, er kan echt veel meer, ik heb het gezien.
-
Dat je er echt veel tijd in moet stoppen en dat
kun je niet alleen. Je hebt meerdere helpers nodig.
-
Als iemand iets echt belangrijk vindt, dan kan
er meer dan je denkt.
-
Ook dat je een doel moet hebben om eraan te
beginnen. Maar als je het doel misschien niet helemaal bereikt kan het toch wel
de moeite waard zijn
Wat kunnen we hieruit
opmaken
- Mensen kunnen altijd vooruitgang boeken, ook al hebben ze een ernstige beperking.
- Met een goede aanpak kom je verder dan je dacht. Hoe ver dat weet je van tevoren niet
- Met de juiste steun kan er meer dan je denkt
- Dit verhaal is voor mij mijn leven lang een geheugensteuntje nooit op te geven
Tips Voor gemeenten
en aanbieders:
-
Het loont vaak meer om mensen te helpen nieuwe
dingen te leren
-
Je weet niet precies hoever iemand komt, maar
iemand komt altijd verder dan hij nu is.
-
Je kunt het best in leerdoelen denken in plaats
van in prestatie doelen.
-
Bij een leerdoel kijk je eerst naar iemand gaat
leren, dat is altijd in beweging, dat staat niet vast.
-
Bij prestatiedoelen kijk je eerst naar wat
iemand kan, niet kan of welke voorziening nodig is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten