donderdag 4 december 2014

Stapje vooruit: klein genoeg en groot genoeg

Deze week heb ik samen met Herman Eitjes een training gegeven bij Anbo den Haag. Het was de training "coach aan de keukentafel " van Zorgbelang Zuid-Holland. Vrijwilligers leren dan hoe ze anderen kunnen helpen bij het keukentafelgesprek.
We behandelden de schaalvraag waarbij een cliënt gevraagd wordt hoe het volgende stapje vooruit eruit kan zien. 
" Oh",  zei  een deelnemer, "nu denk ik dat ik het snap. Een stapje vooruit moet klein genoeg zijn om te kunnen realiseren en groot genoeg om toch verschil te maken".

Dat was precies wat we bedoelde, zo treffend had ik het nog nooit gehoord.
Als we iemand vooruit willen helpen gaat het vaak met kleine stapjes die er wel toe doen!  

De schaalvraag gaat alsvolgt:



a.          Leg de schaal uit:
Stel je eens een schaal voor van 0 tot 10, waarbij 10 staat voor de situatie zoals jij wilt dat die wordt. (niet de ideale situatie)
De 0 staat voor de situatie waarin er nog niets is bereikt van de gewenste situatie.

b.          Vraag naar de huidige positie:
-                      Waar sta je nu op deze schaal?

c.          Wat zit er in deze positie:
Focus op wat er al zit tussen de 0 en de huidige positie.
-             Hoe is het je al gelukt om te komen op de positie waar je nu al bent?,
-             Wat heeft geholpen?
-             Wat werkte vooral goed?
-             Wat heeft nog meer geholpen?
Vraag aanmoedigend door op de antwoorden die de cliënt geeft totdat je als gespreksvoerder levendig voor je ziet wat de cliënt heeft gedaan dat werkte.

d.          Een eerdere  verbetering:
Ga op zoek naar een situatie in het (liefst recente) verleden waarin de cliënt al wat hoger stond op de schaal.
-             Heb je al eens wat hoger gestaan dan je huidige positie?
-             Wat is de hoogste positie waarop je recent al eens hebt gestaan op deze schaal?
 -            Wat deed jij toen anders?
-             Wat werkte er toen goed?
Moedig de cliënt aan om even rustig te zoeken naar een voorbeeld. Vraag goed door op een nieuwsgierige toon totdat je levendig voor je ziet wat de cliënt deed dat werkte in deze situatie.

e.          Visualiseren van één stapje verder:
Nodig de cliënt uit om levendig te beschrijven hoe het eruit ziet op een hogere positie op de schaal.
-             Hoe ziet één stapje hoger op de schaal eruit?
-             Waaraan merk je straks dat je één stapje hoger bent gekomen?
-             Wat zal er dan anders zijn?
-             Wat kun jij dan doen?

f.           Stapje verder:
Nodig de cliënt uit om te bedenken welk stapje omhoog hij of zij kan zetten.
-            Heeft wat wij hebben besproken jou op een idee gebracht over hoe je een stapje   vooruit kunt zetten?
-            Hoe ziet dat stapje eruit?
-            Vraag door over hoe het stapje er precies uitziet en in welke situatie de cliënt het stapje wil zetten.

bron: http://noam-nieuwsbrief.blogspot.nl/

zaterdag 20 september 2014

Client centraal in Samenwerking in de OGGZ


Basishouding professional cliënt centraal in de OGGZ samenwerking

Samenwerking tussen zorgaanbieders in de OGGZ is essentieel voor mensen die hulp nodig hebben. In het rapport “Hoe waarderen uw gezamenlijke cliënten de samenwerking binnen de oggz keten” wordt aanbevolen het begrip “cliënt centraal” verder uit te werken en in de praktijk te brengen. http://zonzh.nl/2014/06/25/onderzoek-naar-samenwerking-binnen-de-oggz-keten-vanuit-het-clientenperspectief/

Een poging om onder woorden te brengen wat het begrip "cliënt centraal" inhoudt:
Alle communicatie tussen de professional en de cliënt wordt getypeerd door een basishouding van 7 punten en 3 aannames over wat belangrijk is voor cliënten.
Basishouding van de goede professional:

1 Erkennend, begripvol en welwillend

De cliënt ervaart erkenning voor zijn situatie en voelt zich begrepen. Hij merkt dat hij aan het juiste adres is.
De professional sluit aan bij de cliënt en verplaatst zich in het gezichtspunt van de cliënt. De werker omarmt het perspectief van de cliënt.

2 Geduldig, uitnodigend en waarderend

            De cliënt ervaart dat er tijd voor hem genomen wordt, wordt serieus genomen en voelt  zich  gesterkt.
De professional is flexibel, houdt zich aan de afspraken en is gericht op wat de cliënt al voor elkaar heeft gekregen ondanks de problemen.

3 Aanmoedigend, activerend en doelgericht

De cliënt wordt actief en gaat oplossingen onderzoeken in de richting van de situatie die hij zich wenst.
De professional helpt de cliënt zijn toekomstige verbetering scherp voor zich te zien en luistert naar wat de cliënt belangrijk vindt. Helpt de cliënt bij het onderzoeken van volgende stappen richting zijn doel.

4 Leiden van achter

De cliënt ervaart dat hij zelf aan het stuur staat en indien nodig terug kan vallen op steun van de professional.
De professional leidt het gesprek wel, maar blijft achter de cliënt, neemt zelden de leiding. De professional leidt middels de vragen die hij stelt. Vergelijk het met een wandeling waarbij de ander het tempo en de richting bepaalt.

5 Vragend in plaats van stellend

De cliënt ervaart een hulpverlener die geïnteresseerd is op voet van gelijkwaardigheid communiceert en niet als betweter ervaren wordt.
De professional stelt vragen. Laat merken dat de cliënt specialist is van zijn eigen leven en toont respect. Weet niet meteen wat voor de ander goed zal werken. Door de houding van interesse zal de cliënt meer vertellen wat bruikbaar kan zijn voor oplossingen in zijn situatie.

6 Oordeel loos

De cliënt ervaart dat hij niet wordt afgewezen of in een hokje wordt geplaatst. Hoeft zich niet te verdedigen. Wordt als mens benaderd en gezien ipv als bron van problemen.
De professional parkeert zijn eigen oordeel en ziet eventuele weerstand als een mogelijkheid er achter te komen wat de cliënt belangrijk of moeilijk vindt.

7 Toon jezelf als mens

De cliënt ervaart dat hij van doen heeft met een persoon ipv een functionaris. De cliënt merkt dat hij gesteund wordt door iemand met oprechte belangstelling en warmte.
De professional laat ook iets van zijn eigen zwakte, twijfel en menselijke onzekerheid zien. Hij investeert in persoonlijke kanten in de relatie met de cliënt en kan wel zijn grenzen stellen. Verdiept zich in ervaringsdeskundigheid en “presentie”.

Aannames wat mensen over het algemeen belangrijk vinden, dus ook cliënten OGGZ
  1. Iedereen kan en weet het een en ander (competentie)

Iedereen heeft levenservaring, kennis en vaardigheden waar je op voort kunt borduren in het werk. Ook mensen uit de OGGZ. Mensen in de OGGZ willen hun kennis en ervaring gewaardeerd zien en gebruiken. Opvang zorg en ondersteuning sluit hierbij aan en ondersteunt dit.

Competentie Belemmerend is:
Negatieve verwachtingen uiten, toeval benadrukken, mislukkingen benoemen, kinderlijke taal gebruiken etc.
  1. Iedereen wil iets betekenen voor anderen (verbondenheid)

Elk mens heeft behoefte aan verbondenheid met anderen en wil in bepaalde mate zinvolle contacten met anderen onderhouden. Mensen willen iets betekenen voor anderen, hebben net als iedereen op eigen wijze behoefte aan vriendschap, intimiteit en geborgenheid. Werkers in opvang zorg en ondersteuning houden hier rekening mee en stemmen hun werk daarop af.

Verbondenheid belemmerend:
Individuen behandelen als uitwisselbaar, eenheidszorg, standaard protocollen etc.
  1. Iedereen wil eigen keuzes kunnen maken (autonomie)

Mensen hebben voorkeur zelf te kiezen wat ze willen, ook al zijn ze afhankelijk van zorg en ondersteuning. Professionals vragen naar wat mensen belangrijk vinden en stimuleren eigen voorkeuren te benoemen. Bijv. wanneer hulp of ondersteuning gewenst is, waar iets plaats vindt, hoe de hulp of ondersteuning er uit kan zien etc.

Autonomie belemmerend:
Druk uitoefenen, controle uitoefenen, autoritair communiceren.


Alle aandachtspunten en aannames komen terug de aanpak van het oplossingsgerichte model van www.wmogesprekstraining.nl.
Dit is niet moeilijk te leren, maar vergt veel oefening en reflectie. 
Met dank http://noam-nieuwsbrief.blogspot.nl/