woensdag 22 augustus 2012

Als ik schuldenvrij ben, dan geef ik een groot feest.

Ik raakte aan de praat met een ex dakloze, laten we zeggen Ernst.
Ernst vertelde over zijn periode als dakloze. Hoe zwaar het was. Maar hij vertelde ook meer:

E: “Het is een heel hard leven, je wordt er zelf ook hard van. Het is overleven”
G: “Ik ben nooit dakloos geweest, hoop het ook nooit te worden. Ik kan mij voorstellen dat je hard moet zijn om te overleven op straat. Hoe lang heb je nu al weer een dak boven je hoofd?”
E: “Anderhalf a twee  jaar, nou ja een dak boven mijn hoofd, nog wel met begeleiding. Maar ik leef niet meer op straat”
G: “Dat lijkt me een grote verbetering”
E: “Ja...Op straat kom je van het ene probleem in het andere, dat is nu veel minder. Er zijn nog problemen genoeg. Nu nog een jaar en drie maanden en dan ben ik uit de schuldhulpverlening”
G: “OK, Dat lijkt me een goed vooruitzicht geen schulden meer. Is dat die regeling waarbij je je drie jaar aan bepaalde afspraken moet houden en dat dan je schulden kwijtgescholden worden”?
E “Precies, je moet drie jaar van heel weinig leven, zeg maar een daggeld regeling. Lijkt op zakgeld als een klein kind. Het is niet veel. Maar dat is over een jaar en drie maanden voorbij”!
G: “Dat lijkt me ook een grote stap vooruit, schuldenvrij”
E: “Ja maar ik denk niet dat ik lang schuldenvrij zal zijn. Als ik uit de schuldhulpverlening ben geef ik meteen een groot feest. Daar zal ik wat geld voor nodig hebben”.
Dit moment word je als gespreksvoerder getriggerd om in de advies rol gaan zitten. Je ziet het al voor je. Is hij net uit de schulden en om dat te vieren steekt hij zich opnieuw in de schulden. Je  zou hem willen behoeden voor deze stap. “Doe nou niet stommert” giert het door je hoofd.
Een probleem gerichte benadering zou als volgt kunnen gaan: 

G: “Zou je dat nou wel doen? Ben je net uit de shit en zoek je het meteen weer op?"
E: “Nou nee hoor ik zal het niet opzoeken om weer in de schulden te komen. Maar ik wil een feest houden als ik uit de schulden ben. Tja daar heb je nou eenmaal geld voor nodig, als je dat niet hebt??? Ik kan wel wat lenen bij vrienden.”
G: “Ja maar dan begin je meteen weer te lenen, en moet je weer gaan afbetalen. Is dat wel zo’n goed idee van je?"
E: “Volgens mij weet jij helemaal niet hoe klote het is om zo lang in de schuldhulpverlening te zitten. Als dat voorbij is, dan steek je de vlag uit en wil je een feestje bouwen”
G: “Dat is het juist, dan steek je je meteen weer in de schulden, daar begint het dan weer. Is dat wel een goed idee? Kun je niet beter dat feest laten zitten?"
E: “Ik steek me niet in de schulden, een klein beetje lenen voor een feestje moet kunnen na zo’n lange tijd. Dat moet toch kunnen man!  Nee jij snapt er niks van hoe veel moeite het me gekost heeft.
G:”Ja maar, daar moet je toch eens over nadenken!”

Effect van de probleemgerichte benadering:
  • Weerstand
  • Defensief gedrag
 De oplossingsgerichte aanpak liep als ongeveer volgt:
 G: “Als je na drie jaar schuldhulpverlening die periode kunt afsluiten, is dat een feestje waard. Dat kan ik me voorstellen. Wat zou je willen vieren op dat feestje?”
E: “Nou ja hoeveel moeite het heeft gekost om die periode door te komen, dat is niet simpel hoor”
G: “Vertel eens ..
E: “Ik heb dan drie jaar van een klein zakgeldje geleefd, je moet alles wat je uitgeeft eigenlijk opschrijven. Alles verantwoorden. Je kunt nooit eens iets extra’s doen. Roken en eten daar gaat eigenlijk alles aan op.
G: “Dat lijkt me niet makkelijk, hoe lukt jou dat ondanks dat het zo moeilijk is”?
E: “Eigenlijk hetzelfde als op straat, hard zijn. Je moet hard zijn voor jezelf. Dat ben ik wel geworden. Maar wat vervelend is, is dat je zo als een klein kind behandeld wordt. Je moet voor alles toestemming vragen als je in de schuldhulpverlening zit. Je bent geen eigen baas meer, dat steekt.”
G: “Door hard te zijn voor jezelf kom je deze lastige periode door en word je straks weer eigen baas. Op welke punten ben je nu hard voor jezelf om er doorheen te komen?
E: “Nou ja dat is lastig hoor, maar je moet nee zeggen als iemand biertje met je wil gaan drinken. Je kunt geen nieuwe telefoon kopen al dat soort dingen. Dat kan allemaal niet. Dan moet je gewoon hard zijn. Maar dat is over een goed jaar voorbij”.
G: “Wat is er over goed drie jaar voorbij?"
E: “Nou ja die shit is dan voorbij,dan heb ik wat meer armslag en kan ik me wat meer veroorloven. Loop niet meer aan een lijbandje snap je?”
G: “Ja dat snap ik, meer armslag enzo. Wat zou je willen behouden uit deze periode?
E: “Behouden… ?? Ik heb niks dan valt er ook niet veel te behouden?
G: “OK natuurlijk.....laat ik het anders vragen. Wat wil je hetzelfde blijven doen als deze periode voorbij is?”
E: “Geen schulden maken natuurlijk. Dat lukt wel als ik hard genoeg voor mezelf ben.”
G: “Hoe zou je, over een goed jaar, het feestje kunnen gaan vieren zonder schulden te maken en genoeg hard voor jezelf te zijn”?
E: “ Dat is nog niet zo simpel, sparen van dit kleine beetje wat ik heb dat is erg moeilijk.
G: "Tja... dat lijkt me niet makkelijk...sparen van zo weinig"
 E: "… ik kan het natuurlijk proberen. Zien hoever ik kom. Het is nog een jaar en drie maanden.”
G: “OK veel succes”

 Elementen van Oplossingsgerichte gespreksvoering:
  • Situatie van de ander erkennen
  • De kracht van de ander op sporen
  • Eigen oordeel laten voor wat het is
  • Complimenteuze vraag.
Werken in het referentiekader van de ander:

  • Belangrijke woorden van de ander gebruiken: bv hard zijn voor jezelf.
  • Het belang van het feestje zien vanuit zijn perspectief.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten