woensdag 16 oktober 2013

Wanneer geef je de klant het meest de regie?

Uitspraak van een cliënt in een gesprek:

" Ik kan er helemaal niet meer tegen dat ik zoveel met doen voor mijn moeder met Alzheimer. Ik moet vaak met haar naar het ziekenhuis, boodschappen doen, eigenlijk moet ik ook voor haar denken. Vreselijk..... Soms wil ik het bijltje er bij neer gooien, nooit meer terug komen. Maar.... dat doe ik niet" .

Mogelijke reacties van de gespreksvoerder:

1.    Je wilt het bijltje er bij neergooien, begrijpelijk, maar dat doe je niet. Hoe kun je in deze situatie toch goed voor je moeder blijven zorgen?
2.    Het valt niet mee om te zorgen voor je moeder met alzheimer. Je wilt het bijltje er bij neer gooi-en. Goh wat zwaar voor je!
3.    Je wilt het bijltje er bij neer gooien, nooit meer terug komen, maar dat heb je niet gedaan. Waar ik benieuwd naar ben.... Mag ik vragen wat doet je besluiten om toch door te gaan?
4.    Zijn er de laatste tijd ook momenten geweest die minder zwaar waren?

Bij welke reactie leg je  het meest de regie bij de cliënt?

1.    Sluit goed aan, erkent de situatie. Toekomst gericht en positief. De cliënt zal waarschijnlijk toch druk ervaren. De gespreksvoerder suggereert dat de cliënt ook nu goed moet blijven zorgen. Het is dus meer leiden van voren. Er zit een norm in verstopt. Misschien is de vraag te vroeg gesteld. De cliënt zal nu reageren: Goh dat weet ik niet. Moeilijk. De gespreksvoerder zal dan eerder gaan adviseren waar de cliënt niet mee geholpen is.
2.    Reactie is erkennend en begripvol. Prima begin. De cliënt zal echter door deze reactie aange-moedigd worden nog meer te vertellen wat er zo zwaar is. De reactie leidt dus eerder tot uit-dieping van het probleem ipv uitzicht krijgen op beter.
3.    De reactie is erkennend en begripvol tav het probleem van de cliënt. De gespreksvoerder nodigt de cliënt uit te gaan onderzoeken welke autonome keuze hij heeft gemaakt. Hierdoor legt de gespreksvoerder de regie bij de cliënt met erkenning en waardering voor diens keuze. De cliënt zal gaan onderzoeken wat voor hem het doorgaan de moeite waard maakt. Hierna kan worden onderzocht of, en in hoeverre hij daar bij ondersteuning nodig heeft. 
4.    Deze reactie is positief, zoekend naar uitzonderingen. De cliënt zal zich echter niet erkend voe-len. Tussen de regels door voelt de cliënt zich toch in en bepaalde richting gedrongen.

Wat ons betreft is reactie 3 het meest “Leiden van achter” en legt dus het meest de regie bij de cli-ent.
De verschillen zijn subtiel. In alle reacties zitten oplossingsgerichte technieken. Het is de kunst de technieken zo te gebruiken dat de cliënt

  • Zich begrepen voelt
  • Zijn zienswijze zonder oordeel erkend wordt
  • Uitgenodigd wordt een verbetering te gaan onderzoeken

Het vergt veel oefening in taal om de nuance van de verschillen te gebruiken. Nuttig hierbij: 

  • Je verplaatsen in de cliënt.
  • Effect verschillen van vragen onderzoeken.
  • Goed werkende zinnetjes en vragen van buiten leren zodat je er niet lang over na hoeft te denken.
(met dank aan Gwenda Schlund Bodien. 
 Progressie door zelfcoaching bldz. 134)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten