donderdag 10 oktober 2013

Zoek de verschillen in de taal van de gespreksvoerder


Vaak zijn gespreksvoerders in de zorg en welzijn er heel goed in om mensen goede ideeën aan te dragen. Begrijpelijk. Je wilt het beste voor degene die jou om hulp of advies vraagt. Je wilt meedenken, actief zijn. Je wilt echt helpen. Want je hebt het beste met de ander voor.
 Wat werkt het best?
In deze situatie komt een professional er achter dat de vrijwilliger af en toe te laat komt en soms wat te vroeg naar huis gaat. Dit levert regelmatig wat problemen op.
Een voorbeeldgesprek:
G= gespreksvoerder
B= bezoeker bij een welzijnsorganisatie (een vrijwilliger)

Gesprek 1:
G: Ik zou eigenlijk iets met je willen bepraten. Heb je even tijd
B: Natuurlijk maak ik even tijd. Kan ook makkelijk, de koffie loopt en de groep heeft pas over 20 minuten pauze.
G: Mooi, dan hebben we even. Ik vind het best lastig, maar het is me opgevallen dat je de laatste tijd een aantal keren aan de late kant was. Vorige week hoorde ik dat er een groep geen koffie kon drinken omdat jij er nog niet was. De week daarvoor was de afwas niet gedaan omdat je al eerder weg moest. Is er iets aan de hand?
B: Nou het gebeurt niet zo vaak hoor, maar inderdaad. Ik had het even moeten zeggen. Soms haal ik het niet om hier om half 10 te zijn. Maar weet je ik heb wat meer zorgen voor mijn vrouw en mijn jongste zoon. Dan moet er ’s morgens nog zoveel gebeuren. Ik moet er wat beter op letten. Het kan wel, maar ik moet wel heel erg haasten.
G: Kun je dan niet even bellen als het niet lukt?
B: Ja dat zeg ik, ik moet dan eigenlijk even bellen, maar ik denk dan dat ik het nog wel haal.
G: Nou dat is dus niet zo blijkt wel. Maar zou het wat zijn als ik vraag of Ahmed jouw dienst kan over nemen, die is altijd heel erg op tijd. Of misschien beter nog misschien kun jij dan de avond op donderdag doen. Dan zitten we eigenlijk nog steeds omhoog. Laten we dat doen?
B: Nou eh daar moet ik eens over denken, op donderdag heb ik eigenlijk ….maar ja ..
G: Ja het is om je te helpen hoor, als het je niet lukt om ‘s ochtends hier voor half 10 te zijn. Ik merk dat dat vaak moeilijk is. Je zegt dat je dan thuis veel te doen hebt. Ik kan natuurlijk ook vragen of Ahmed van 9 tot 10 hier komt, ik denk dat hij daar wel tijd voor heeft. Hij zei me pas dat hij altijd vroeg opstaat. Hij verveelt zich en jij hebt het heel druk. Dat zie ik wel hoor!  Ik denk dat ik dat eens aan hem moet vragen. Dan ben jij mooi uit de brand.
B: Ja dat klopt Ahmed verveelt zich vaak thuis. Maar hij hoeft mijn dienst niet over te nemen, ik kan wel beter op tijd komen….. 
G: Anders regel ik dat je gebeld wordt… wat denk je daar van. Is dat geen goed idee. Ahmed wil jou vast bellen om 9 uur dan kun je het niet vergeten. Zal ik hem jouw 06 doorgeven..
B: Maar ik vergeet het niet hoor, ik heb het alleen erg druk in de ochtend, Janos moet naar school, die is heel druk, mijn vrouw is niet in orde. Het kost me gewoon wat meer tijd.
G: Ja je vertelde al zoiets, maar hoe lossen we het nou op. Ik wil wel een oplossing!  Ik denk met je mee. Kunnen we niet ….Misschien moeten we….. Als we nou eens….

Gesprek 2
G: Ik zou eigenlijk iets met je willen bepraten. Heb je even tijd
B: Natuurlijk maak ik even tijd. Kan ook makkelijk, de koffie loopt en de groep heeft pas over 20 minuten pauze.
G: Mooi, dan hebben we even. Je werkt hier al een hele tijd. Waar we altijd zo tevreden over zijn is dat jij altijd oren hebt als er iemand ergens mee zit. Mensen vinden het altijd prettig als jij even tijd maakt als ze en praatje willen maken. Ook nu merk ik dat, dat is echt prettig voor de bezoekers
B: Ja daarom vind ik dat werken in de inloop ook zo leuk.
B: Ja dat weet ik, dat stellen we ook erg op prijs. Maar Ik vind het best lastig, het is me opgevallen dat je de laatste tijd een aantal keren aan de late kant was. Vorige week hoorde ik dat er een groep geen koffie kon drinken omdat jij er nog niet was. De week daarvoor was de afwas niet gedaan omdat je al eerder weg moest. Is er iets aan de hand?
G: Nou het gebeurt niet zo vaak hoor, maar inderdaad. Ik had het even moeten zeggen. Maar weet je ik heb wat meer zorgen voor mijn vrouw en mijn jongste zoon. Soms haal ik het niet om hier om half 10 te zijn. Dan moet er nog zoveel gebeuren. Ik moet er wat beter op letten. Het kan wel, maar ik moet heel erg haasten.
B: OK meer zorgen voor je vrouw en je zoon. Wil je er wat meer over vertellen?
G: Nou niet speciaal………, maar …   eh    ……. kijk mijn vrouw heeft vermoeidheidsklachten. Een soort van overspannen lijkt het wel. Dat wisselt. Ze heeft dat al heel lang. Onze jongste, Jonas, is nogal druk. Adhd denk ik. Hij moet naar school worden gebracht. Ik ren me rot ’s morgens. Meest lukt het wel. Maar vorige week een paar keer niet.
B: Ja je hebt er wel eens over verteld dat je vrouw niet zoveel energie heeft. En nu je zoon zo druk. Maar je zegt dat het je meest wel lukt om toch op tijd te zijn. Hoe krijg je het dan voor elkaar?
G: Nou dat vraag ik me soms ook af, hoe krijg ik het voor elkaar om op tijd te zijn. Ik ren me rot ’s morgens.
B: Het lukt je op die keren toch, ook al ren je je rot. Wat is er op de keren dat het je wel lukt anders dan op de keren dat het niet lukt.
G: Moeilijke vraag zeg. Eens even nadenken. Kijk het begint eigenlijk al de avond van te voren. Als Janos’zijn spullen allemaal keurig klaar liggen, als ik de tafel al gedekt heb en nog zo wat dingen klaar heb staan. Kijk dat hoeft dan niet mee op die drukke ochtend.
B: OK goh hoe gaat dat dan? ,
G: Ja het gaat eigenlijk zo. Komt dat joch uit bed en hij pakt zijn game. Dan doet hij helemaal niks meer weetje. Dan krijg je hem niet aan het ontbijt, hij pak zijn tas niet. Dat is een gevecht man. Zit maar te gamen. Eigenlijk ben ik soms blij dat hij zijn game pakt, is hij rustig. Maar dan moet ik hem later achter zijn broek zitten. Dat wordt ruzie en stress.
G: En wat is er nou anders als alles klaar staat, de tafel en zijn spullen?
B: Logisch denk ik, dan kan hij eten en daarna nog even gamen. Een kwartiertje denk ik. Als ik er dan maar op toe zie dat hij eerst eet.
G:  Ok Begrijp ik goed dat het jou beter lukt om op tijd te komen als je de avond voor dat je gaat werken al een paar voorbereidingen treft?
B: Nou ja eigenlijk wel.
G: Waar denk je dan zo aan?
B: Ik zal dat eens wat vaker proberen zelf de tafel al te dekken. En Janos er aan herinneren dat hij zijn spullen al klaar heeft staan, dan mag hij na het ontbijt 10 minuten gamen. Dat wordt dan toch wel een kwartiertje. Meer op letten gewoon.
G: Prima, lijkt me een goed plan. Kan ik jou daar nog bij helpen op de een of andere manier?
B: Lijkt me niet nodig ?
G: Ok prima 
B: Laten we het maar een paar weken proberen. Ik kom er zelf nog wel op terug bij je. En als het een keer onverhoopt niet lukt, zal ik zeker bellen!


  • Wat doet de gespreksvoerder allemaal anders in gesprek 2? 

  • Wat zijn de belangrijkste verschillen?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten